MenAsWell, Centrum Seksueel Geweld en Slachtofferhulp Nederland dringen aan op meer steun voor mannelijke overlevenden van seksueel geweld
De afgelopen weken is seksueel geweld tegen mannen opnieuw zichtbaar geworden in het landelijke nieuws: tientallen mannen zijn slachtoffer geworden van seksueel geweld, van Amsterdam tot Enkhuizen. MenAsWell, de stichting die zich inzet voor de ondersteuning van mannelijke slachtoffers van seksueel geweld, roept samen met Centrum Seksueel Geweld (CSG) en Slachtofferhulp Nederland op tot een kritische blik op de ondersteuning die beschikbaar is voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld in Nederland.
De realiteit is dat 20% van de mannen in Nederland te maken krijgt met een vorm van seksueel geweld. Onder LHBTQIA+ mannen is dit percentage hoger: uit een recent onderzoek blijkt dat 25% van de mannen die seks hebben met mannen in de afgelopen 12 maanden te maken heeft gehad met seksueel geweld (Bron: LHBT monitor CBS 2022). MenAsWell schat dat 1,8 miljoen mannen in Nederland een ongewenste seksuele ervaring hebben gehad. Een derde van deze mannen zal hun ervaring nooit bekendmaken, terwijl 65% van de slachtoffers lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
“We worden geconfronteerd met een grote kloof in de zorg,” zegt Thomas Garrod-Pullar, directeur van MenAsWell. “Ervaringen van mannen met seksueel geweld worden vaak verkeerd begrepen of over het hoofd gezien, wat leidt tot onvoldoende ondersteuning. Dit gebrek verergert hun trauma, waardoor het voor hen nog moeilijker wordt om hulp te zoeken.”
Een van de grote verschillen in de ervaringen van mannelijke slachtoffers is de tijd die ze nodig hebben om naar voren te komen. Het kan wel 20 jaar duren voordat een man zijn ervaring met seksueel geweld bekendmaakt (Bron: Male Survivor Partnership UK). Veel mannelijke slachtoffers worstelen met overweldigende gevoelens van schaamte en verwarring, gedreven door de culturele kruising tussen mannelijkheid en slachtofferschap. Dit stilzwijgen kan hun emotionele en psychologische strijd verzwaren, maar de huidige structuren zijn niet toegerust om aan hun behoeften te voldoen.
“Het is essentieel dat we de barrières erkennen waar mannen tegenaan lopen als het gaat om het zoeken naar steun,” zegt Iva Bicanic, directeur van Centrum Seksueel Geweld. “De manier waarop mannen seksueel geweld verwerken en erop reageren verschilt aanzienlijk van vrouwen. Deze verschillen zijn te lang genegeerd en onze ondersteuningssystemen zijn niet geëvolueerd om de zorg op maat te bieden die deze mannen nodig hebben.”
Slachtofferhulp Nederland, die essentiële hulp biedt aan slachtoffers van alle vormen van geweld, erkent ook de noodzaak van een gendersensitieve aanpak. Samen met MenAsWell lanceren zij op 3 oktober een lotgenotengroep voor mannelijke slachtoffers van seksueel geweld. “Dit is een belangrijke kans voor mannen om elkaar te bereiken en samen duurzame informele steun op te bouwen”.
Samen roepen MenAsWell, Centrum Seksueel Geweld en Slachtofferhulp Nederland op tot:
1. Verhoogde zichtbaarheid en bewustwording: Publieke campagnes die specifiek ingaan op de unieke uitdagingen waar mannelijke overlevenden mee te maken hebben en die het stigma rond mannen en seksueel geweld doorbreken.
2. Ondersteunende diensten op maat: Ontwikkeling en financiering van gespecialiseerde programma's voor mannelijke overlevenden, waaronder traumagerichte zorg die de aparte psychologische, emotionele en sociale behoeften van mannelijke slachtoffers erkent.
3. Betere training voor zorgverleners: Zorgverleners, maatschappelijk werkers en ondersteunend personeel hebben betere training nodig over hoe ze mannelijke overlevenden kunnen benaderen op een manier die empathisch is en vrij van vooroordelen of vooroordelen.
4. Onderzoek en actie in samenwerking: Meer investeren in onderzoek om de omvang van seksueel geweld tegen mannen te begrijpen en de impact ervan op verschillende bevolkingsgroepen, met name LHBTQIA+ mannen, om effectievere preventie- en interventiestrategieën te ontwikkelen.
“Deze kwestie kan niet langer in stilte worden gelaten. We zien dat te veel mannen niet de zorg krijgen die ze verdienen”, benadrukt Garrod-Pullar. “We dringen er bij de overheid, zorginstellingen en de maatschappij in het algemeen op aan om de urgentie van dit probleem te erkennen en met ons samen te werken om de kwaliteit van zorg en ondersteuning voor alle slachtoffers te verbeteren.”